vrijdag 24 juni 2011

Collectieve verantwoordelijkheid of terrorisme?

Toen de Israëlische minister Rehavam Zeevi in 2001 werd doodgeschoten door de Palestijnse militant Hamdi Quran was dit de eerste moord op een Israëlische minister door een Arabier. Het was echter niet de eerste moord op een Israëlische minister. In 1995 heeft een Israëlische Jood de minister-president Yitzhak Rabin dood geschoten.

Ariel Sharon en de Knesset riepen de moord op Zeevi uit tot een "terroristische daad" en riepen op tot een retributie tegen het Palestijnse volk in de West Bank en Gaza. Een enigszins vreemde reactie aangezien bij de dodelijke aanslag op Rabin niet werd gesproken over een "terroristische daad" en er evenmin sprake was van een oproep tot retributie.

Tegelijkertijd herinnert deze moord ons aan een aantal vragen over "doelgerichte moorden" en wanneer deze wel of juist niet gelegitimeerd mogen worden. De dag dat de moord plaats vond plaatste het Wall Street Journal een onnozel artikel waarin men stelde dat aangezien de VS Osama Bin Laden wilde vermoorden, Israel ook wel Palestijnse "terroristen" mag aanvallen en vermoorden wanneer zij dat wenst.

Het lijkt ons dan ook zinvol om de terminologie van termen zoals terrorisme, aanslagen, enz. te ontleden.

Terreur en collectieve verantwoordelijkheid

Terrorisme kan op meerdere manieren worden gedefinieerd, maar het primaire element heeft te maken met de positie en instelling van zowel de dader als het slachtoffer. Vanuit een puur emotioneel standpunt is terrorisme simpelweg iets verschrikkelijks. Rationeel gezien is het echter duidelijk dat terroristische daden worden gemotiveerd vanuit specifieke doeleinden en specifieke onvrede.

Maar wat zijn nu eigenlijk de doelen van terroristen? Dat is waar we het perspectief moeten aanpassen en onszelf moeten realiseren dat wat door de slachtoffer als "terreur" wordt ervaren, door de dader als "collectieve verantwoordelijkheid" wordt gezien.

Collectieve verantwoordelijkheid is een van de oudste vormen van sociale controle en manipulatie die de mensheid kent. De situatie waarin een gehele gemeenschap of een segment daarvan wordt vernietigd voor de zonden van enkelen is een veel voorkomend verschijnsel door de gehele geschiedenis heen.

Gemeenschappen en stammen, zoals in de Bijbel omschreven, zijn niet vernietigd vanuit pure bloeddorst. Er is sprake van een ingecalculeerde boodschap; de geringste overtreding van een individu leidt tot de vernietiging van allen (of in ieder geval een aanzienlijk deel hiervan).

Collectieve verantwoording zoekt niet naar sociale fragmentatie maar zoekt naar het aanvallen van de gemeenschap als geheel zodat de partij die het onrecht uitvoert niet ongestraft weg komt. Hoewel dit het voornaamste doel is van collectieve verantwoordelijkheid, zal de ontvanger dit ervaren als "terreur" omdat het geweld onvoorspelbaar en willekeurig is en niet op individuele basis uitgevoerd wordt.

De typische Westerse reactie is; "Wat hebben zij gedaan om dit te verdienen?" Dat is inderdaad de legitieme reactie binnen onze maatschappij die gebaseerd is op het beeld van individuele menselijke wezens. Daarbij moeten we echter niet vergeten dat de heiligheid van het individu in de politieke betekenis een relatief nieuw idee is binnen de Westerse wereld en daarbuiten grotendeels nog onbekend is.

Het is in de geest van die "collectieve verantwoordelijkheid" dat Duitse soldaten tijdens WO1 Belgische burgers executeerden om de sluipschutters die Duitse soldaten aanvielen onder druk te zetten. Hetzelfde idee van "collectieve verantwoording" ligt aan de basis van de Anglo-Amerikaanse vernietigingsbombardementen op Duitsland tijdens WO2 evenals de nucleaire bombardementen op Japan. Dit heeft het leven gekost aan meer dan een miljoen mensen, die overduidelijk onschuldig waren op individuele basis en die in feite niets te maken hadden met de oorlogshandelingen. Vaak is militair strategisch geweld slechts "collectieve verantwoordelijkheid" in een nieuw jasje. De bombardementen op Hiroshima en Nagasaki waren er om "collectieve verantwoording" op te leggen. De bombardementen op Duitsland waren bedoelt om het "moreel" te ondermijnen en de burgers in opstand te laten komen tegen hun eigen regering. De bombardementen van WO2 leren ons eveneens dat er een onwaardige en terroristische kant is aan het opleggen van "collectieve verantwoording".


De omslag naar terreur

We staan nu op een punt waar het gebruik van "collectieve verantwoording" in oorlog veranderd naar het "terrorisme" zoals we dat vandaag de dag kennen. Omdat de terrorist niet in staat is het leger of de politie te verslaan, valt deze de onschuldige burger aan in de hoop dat dit ertoe leidt dat de regering onder druk komt te staan en deze zijn beleid concreet veranderd. Het is op deze manier, als een vorm van "collectieve verantwoordelijkheid", dat terrorisme wordt toegepast sinds de 19de eeuw in Frankrijk, Rusland, en vandaag de dag in Palestina, Israël, de VS en delen van de Derde wereld.

De massamoord tijdens de 9/11 aanslagen op de VS waren bedoeld om de VS haar beleid aan te laten passen. De geestelijk vader van deze aanslagen, Osama Bin Laden, eiste de ontmanteling van Amerikaanse militaire basissen in Saoedi-Arabië, een stop van het embargo tegen Irak en de terugtrekking van het Joodse volk uit Palestina (in deze laatste wordt de terugtrekking uit de West Bank en Gaza bedoeld aldus Joseph Sobran).

We moeten ons geen illusies maken over onze Westerse reguliere standpunten tegen "terrorisme". Sterke uitspraken tegen "terrorisme" nemen niet weg dat "collectieve verantwoordelijkheid" een conventionele manier van oorlogsvoering is, die is toegepast door allen die zich er vandaag de dag tegen uitspreken. Stellen dat het immoreel is om "collectieve verantwoordelijkheid" toe te passen door willekeurige bomaanslagen, zelfmoord acties en ontvoeringen, terwijl men het tegelijkertijd goedkeurt om militaire bombardementen en aanvallen uit te voeren, houdt feitelijk in dat men stelt dat de zwakkere niet het recht heeft om de sterkere aan te vallen. Uiteraard kunnen we hypocriet blijven in deze zaak, dat is altijd de gemakkelijkste weg. We dopen onze "collectieve verantwoordelijkheid" om tot recht en dat van onze vijanden om als onrecht. De zwakkere, onderdrukte zal altijd vechten tegen de sterkere, overheersende, zeker als deze ook nog eens arrogant en hebzuchtig is. Op de korte termijn kan men wellicht moorden, maar op de lange termijn zullen we de ongelijkheden moeten benoemen bij naam.



Terrorisme in Israel

In Israel ligt de zaak wat complexer. Sinds 1967 heeft Israël veel gebieden bezet, waarvan de VN heeft geoordeeld dat zij hier geen enkel recht op heeft. Dit is belangrijk omdat de VN hiermee het bestaan van Israel ratificeert. Tengevolge gebruikt Israël de autoriteit van de VN om haar bestaan te legitimeren op ongeveer de helft van het oorspronkelijke Palestijnse mandaat om vervolgens de autoriteit van diezelfde VN te verwerpen door de andere helft te bezetten. Israël blijft nederzettingen bouwen in de bezette gebieden die plaats bieden aan duizenden Israëlische Joden. Israël heeft al het water in deze gebieden ingenomen en verdrijft het Palestijnse volk dat van oorsprong al generaties lang op deze grond woonde. Israël blijft zichzelf Arabisch land toe eigenen voor meer en meer nederzettingen en zogenaamde "veiligheidszones", waarbij Palestijnse huizen, landbouwgrond en olijfgaarden compleet worden vernietigd.

Onder deze omstandigheden is het niet meer dan logisch dat het Palestijnse volk bezwaar maakt. Dat is dan ook de ultieme oorzaak van de twee opstanden (Intifada's) die Israël mee heeft gemaakt. Op TV kunnen we aanschouwen hoe Israël op zijn beurt "collectieve verantwoording" oplegt aan het gehele Palestijnse volk met tanks, gevechtshelikopters, raketten en F16 gevechtsvliegtuigen. Het Palestijnse volk daarentegen heeft niet zo'n arsenaal tot haar beschikking en gebruikt wat ze voor handen hebben; stenen, geweren, af en toe een granaat of mortier en meer recent zelfmoord terroristen.

Uiteraard heeft het Palestijnse volk, opgedeeld in twee gebieden, er weinig hoop op om het superieure Israëlische leger te verslaan in een directe confrontatie. Ze zijn in de minderheid en zeer slecht bewapend. Om deze reden wordt het Palestijnse volk gedwongen om een beleid van "collectieve verantwoordelijkheid" op te leggen aan Israël en daarbij "onschuldige" burgers te doden. Hun doel is echter niet moord, hun doel is om te rebelleren tegen het Israëlische leger en proberen de Israëlische publieke opinie te beïnvloeden om zijn krijgsmacht terug te trekken en om de West Bank, Gaza en Oost Jeruzalem terug te geven.

Het bewijs dat dit de concrete doelen zijn voor de Palestijnen (in plaats van de complete vernietiging van Israël) kan men vinden tijdens de eerste Intifada. De eerste Intifada kwam tot een einde toen Israël in 1993 het Oslo voorstel accepteerde. In deze tijd erkende het Palestijnse volk Israël haar bestaansrecht in ruil voor een herstel van de oorspronkelijke grenzen zoals deze in 1967 vastgelegd waren. De tweede Intifada begon na het bedrieglijke Camp David voorstel in 2000 toen de Israëlische regering te kennen gaf dat zij geen enkele intentie had om de oorspronkelijke grenzen van 1967 te herstellen. Een standpunt dat nog eens werd bekrachtigd door het feit dat Ariel Sharon een tactloos en provocatief bezoek bracht aan de Al Aqsa moskee in Jeruzalem.

De Israëlische reactie op de Intifada's was het "collectief verantwoordelijk" houden van het gehele Palestijnse volk. Zij zetten de gehele Palestijnse populatie in het gevang en weigerden iedere verdere dialoog. In dit proces zijn zo'n 700 Palestijnse onschuldige burgers gedood.


Een moment van helderheid

Onschuldige doden vallen aan beide kanten. Net als dat "collectieve verantwoording" en "terrorisme" twee zijden van dezelfde munt zijn. Het ligt er maar net aan wie "geeft" en wie "ontvangt", dus het "vermoorden van onschuldigen" en "nevenschade" zijn in grote mate afhankelijk van ons persoonlijk perspectief. Sommigen zeggen dat er een verschil is; "moord op onschuldige burgers" is met voorbedachte rade, terwijl "nevenschade" een onontkoombaar gevolg is van het realiseren van een “hoger doel”.  Dit kan men toepassen op de slachtoffers van de 9/11 aanval in New York. Het is duidelijk dat de terroristen een symbool wilden vernietigen om hun "terreur" op te leggen. Als ze enkel wilden moorden hadden ze waarschijnlijk later en lager gevlogen. Anderzijds is het uiteraard onmogelijk om de vele onschuldige slachtoffers van deze aanslag simpelweg af te doen als "nevenschade", dat zou een aanslag op het menselijk moraal en de menselijke norm zijn. Net als de term zelf overigens.

Hiermee komen we weer terug op de moord op Rehavam Zeevi, we zitten met een dubbele terminologie. Als iemand de rechtsgeldigheid van moord accepteert is het een gerechtvaardigd doelwit. Aan de andere kant kan men er vanuit gaan dat het simpelweg een ordinaire moord of een aanslag was. We kunnen in ieder geval stellen dat dit geen terroristische daad was. Het is niet uitgevoerd als een oplegging van "collectieve verantwoordelijkheid", in tegendeel zelfs; Zeevi was uitverkozen als een individu dat zichzelf vaak heeft uitgesproken tegen de Arabische aspiraties. Ook was de aanslag niet uitgevoerd om de Israëlische publieke opinie of regering te beïnvloeden. Het "Volksfront voor de bevrijding van Palestina" (PFLP) rechtvaardigde de moord als een legitieme justificatie voor de moord op hun eigen leider door Israëlische troepen. Mustafa Zibri kwam om door een raket explosie tijdens een aanval door Israëlische gevechtshelikopters op 27 augustus in 2001.  


donderdag 23 juni 2011

Nationaal-Syndicalisme: Een Handvest

Iedere arbeider weet dat er iets goed mis is met de industrie. Internationale giganten zoals Unilever en Monsanto hebben grote macht en monopolies. Georganiseerde groepen van anonieme “zakenmannen” kopen bedrijven en ketens op om hun “financiële rijken” op te bouwen. Werkloze politici, gepensioneerde hoge legerofficieren en hun gelijken worden ongeacht hun talent en meestal bevoorrecht door rijkdom verkozen in de raden van bestuur.

Dat is Kapitalisme! Onder dit systeem worden grote winsten niet terug gegeven aan het jaarlijkse geplunderde kapitaal van de werkende bevolking. Opgeblazen dividenden worden opgezogen door aandeelhouders die niet deelnemen aan het productie proces. Vergoedingen voor bestuurders en andere rompslomp van de industriële heersende klasse worden ervan af getrokken in plaats van dat het naar de arbeiders gaat die hun gehele leven verkwisten in de productie. Erfelijke welvaart en promotie door afkomst zijn barrières voor gelijke kansen voor arbeiders.

Wat moeten de arbeiders doen? Onder de huidige condities hebben zij enkel keuze uit twee kwaden; Privaat Kapitalisme of Staats Kapitalisme. Of zij kunnen hun industrieën uit de greep van deze twee parasieten halen en deze efficiënt runnen terwijl ze onderling de winsten delen binnen het systeem dat we Nationaal Syndicalisme noemen.

Iedere arbeider weet dat het mogelijk is om een industrie te runnen zonder hulp van deze parasieten. De inkopers die grondstoffen vinden, de technici, de operators in de werkplaats, de chefs en voormannen die de economische productie veilig stellen, de secretaris die de prijzen vast legt en de verkoper die de markten vind – deze vormen de vitale elementen van de industrie. Werkend als een team kunnen deze elementen efficiënt produceren; als zij de winsten delen is een efficiënte industrie in hun belang en arbeidsverzuim een misdaad tegen hun mede arbeiders.

Het is niet nodig om een heersende klasse te tolereren waarvan het weekend begint op vrijdagochtend en eindigt op maandag middag. Het is niet nodig een heersende klasse te tolereren wiens uitgaven worden uitgerekt om in “industriële” gemakken als luxe villa’s en uitbundige vakanties in het buitenland te voorzien.

Het Nationaal Syndicalisme eist dat allen zullen werken en dat allen zullen genieten van de vruchten van hun arbeid. In een tijd waarin de heersende klasse haar financiële macht gebruikt op de effectenbeurs om door middel van fusies de controle te verdelen onder nog minder handen en waar nationalisatie enkel heeft geleid tot een nieuwe heersende klasse, verzet het Nationaal Syndicalisme zich tegen al deze maatregelen van het Kapitalisme met de compromisloze vastberadenheid om de arbeiders controle over de industrieën en de winsten te geven. 


I: Nationaal-Syndicalisme of Gilde-Socialisme staat voor sociale gelijkheid en erkent het recht van een individu om voor zichzelf en zijn familie te werken zolang dit niet het algemeen belang schaadt.
Om die reden zal het Nationaal Syndicalisme zich nooit bemoeien met individuen die hun eigen winkel, boerderij of klein bedrijf hebben; met name niet met diegene die nieuwe industrieën lanceren. Teams van technici mogen werken op nieuwe industriële projecten, maar de initiële uitvinding of het leidende vermogen is praktisch altijd het werk van een individu of leider. Als het individu wordt vernietigd, dan wordt vooruitgang vernietigd. Daarom zal het Nationaal Syndicalisme de weg vrij maken voor individueel initiatief. Het enige wat het eist is dat deze individuen de sociale wet van evenredig loon nakomen evenals geschikte werkcondities. Het individu wordt beschermd en wordt aangemoedigd om het algemeen belang te dienen.

II: Industrieën die te groot groeien voor leiding door een individu worden gesyndicaliseerd.    
De leiding wordt doorgegeven aan iedereen die binnen het bedrijf werkt. De arbeiders zullen een raad vormen die de plaats in neemt van de oude aandeelhouders; zij zullen regelmatig samenkomen om een industriële voorzitter te kiezen; directeuren en andere leidinggevenden uit hun eigen rangen. Iedere arbeider zal een gelijkwaardige stem hebben. Aan het einde van ieder jaar zal de voorzitter de winsten verdelen onder de leden van de raad. De voorzitter en leidinggevenden zullen volledige macht krijgen van de raad voor een afgesproken tijd, waarna ze op het einde verslag van hun rentmeesterschap zullen doen tegenover de raad, die deze doet aftreden of voor nog een periode laat doorgaan.

III: Syndicalisme staat voor arbeidersmacht over de industrie.
De term arbeider heeft betrekking op managend personeel, technici, operators, deze uitdrukkingen geven functies aan en niet de sociale positie. Het is vanuit de rijen van deze arbeiders dat voorzitters, directeurs en andere leidinggevenden worden verkozen door de raadsleden (in plaats van onder het Kapitalisme door de aandeelhouders).

IV: Controle over de Industrie betekent volledige Industriële Democratie.   
De overheid zal enkel ingrijpen op dit vlak wanneer de mensen van het volk als geheel worden uitgebuit door opgevoerde prijzen om onnodige winst te verkrijgen. Door het volk als geheel verkozen zal deze in belang van het gehele volk handelen. Het algeheel belang heeft altijd voorrang boven het belang van een deel. Een neiging naar onnodige hoge prijzen zal in de meeste gevallen gecontroleerd worden, echter met behoud van een grote mate van competitie binnen de Syndicalistische industrie. Dit door het terugdringen van iedere poging van speculanten om de beurs te gebruiken tegen de arbeiders, door het volk de baas te maken over de banken en de financiële instituties waardoor zij worden gevormd tot ware dienaren van de industrie en door genoeg kapitaal beschikbaar te stellen voor investeringen via overheden en nationale spaarpotten.

V: Nationaal Syndicalistische scholen    
Elke industrie zal voldoende technische instellingen voor trainingen hebben om nieuwe toetreders van educatieve scholen op te leiden. Deze Syndicalistische scholen zullen er ook zijn om arbeiders op te leiden om hun nieuwe taken als bestuurders te vervullen. Recht op toegang tot deze scholen is open voor iedereen die binnen een bepaalde industrie werkt, waardoor voorkomen wordt dat er een nieuwe erfelijke klasse ontstaat. Er zullen kansen voor iedereen zijn, maar voor niemand privileges. Enkel afgestudeerde arbeiders van Syndicalistische scholen zullen in aanmerking komen om verkozen te worden voor het industriële bestuur.

VI: Lonen en winst 
Iedere arbeider binnen de industrie zal het tarief voor de baan krijgen als basis loon, welke automatisch zal toenemen als de nationale productiviteit toeneemt. Ter aanvulling zullen arbeiders mee profiteren van de winsten binnen de industrie; het aandeel van de arbeider wordt bepaald door zijn diensten en zijn aandeel in het productie proces. Door onderscheid te maken binnen diensten en aandeel zorgt het Nationaal Syndicalisme ervoor dat zowel man als vrouw worden aangemoedigd om de industrie te blijven opbouwen, zonder dat men wordt bestraft als men oud en traag wordt. Er zal aanmoediging zijn voor arbeiders om promotie te krijgen wat ervoor zorgt dat de industrie de beste mensen op de beste plaatsen heeft.

VII: Industriële verzekering           
Voor het Nationaal Syndicalisme is het een onverbiddelijk onrecht om een zieke of oude arbeider een lager loon te betalen ten opzichte van zijn normale loon. Daarom zullen er betere verzekeringen worden gegeven aan alle arbeiders zodat deze hun normale standaard van leven kunnen blijven behouden. Ziekte vergoeding en compensatie voor ongevallen moeten oplopen tot zeker 75% van het normale loon van een arbeider en direct betaald worden zodra iemand incapabel is om te werken. Industriële pensioenen moeten in verband staan met de oude diensten en het loon ten tijde van pensioen. Deze pensioenen zullen automatisch omhoog gaan bij elke toename in de levenskosten.

Bijdragen om deze voordelen te dekken worden deels door het industrieel syndicaat en deels door de arbeiders betaald aan een Industrieel verzekeringsfonds dat onder de staat valt. Deze bijdragen zullen afhankelijk zijn van het arbeidersloon en het aantal afhankelijken.

VIII: Vermindering van de arbeiders
Elke arbeider heeft recht op een maand loon voor elk jaar van dienst bij ontslag dat niet aan de arbeider zelf te wijten is.     

IX: Toekomstige investeringen
(a)    Privaat spaargeld: Het publiek mag niet direct investeren in een industrie zodra deze gesyndicaliseerd is, maar zal worden aangemoedigd om te investeren in overheidsfondsen, Nationaal Spaargeld enzovoorts.
(b)   Industrieel spaargeld: Industrie zal worden aangemoedigd om te lenen tegen vaste rente bij een Nationaal Industrieel investeringsfonds dat opgezet wordt voor industriële ontwikkeling.

Op deze manier heeft de industrie twee middelen om kapitaal te lenen voor investeringen met lage vaste rente. Via de overheid, bij een Industriële bank of met eigen geld. Bij al van deze methodes is het niet mogelijk dat er een nieuwe groep van afwezige aandeelhouders op duikt om de industrie van buitenaf te controleren.

X: Ontwikkelingsraad      
De overheid zal een raad van syndicaatsleiders, vakbonden, technici en wetenschappers opzetten om de uitbreiding van industrieën te plannen en wanneer nodig gedateerde industrieën stop te zetten alvorens personeelsvermindering zorgt voor werkeloosheid. Door veranderingen binnen de consumentenvraag te bestuderen en nieuwe industriële projecten te financieren zal verspilling van nationale middelen tot een minimum gehouden worden.

XI: Vakbonden
Nationaal Syndicalisten zijn verenigd wanneer zij stellen dat de vakbonden niet veranderd kunnen worden zonder de volledige instemming van de arbeiders. Arbeidsorganisatie vormt de basis van de Nationaal Syndicalistische procedure en de steun die nodig is om in de toekomst het lot van de werkende klasse te vervullen. Daarom zullen vakbonden een grote rol spelen omdat zij helpen de arbeiders de controle over de industrie te geven.

Om de vakbondsorganisatie zo krachtig te maken als mogelijk is wordt er een lidmaatschap geïntroduceerd in 100% van de gehele industrie. Nationaal Syndicalisten zullen geen andere macht hebben dan die van de arbeid.

XII: Stakingsacties      
Veel te lang zijn stakingen het enige wapen geweest van de werkende klasse om het bestuur te beïnvloeden. Echter wanneer de industrie gerund wordt door arbeiders, zijn stakingen en vergelijkbare acties overbodig en tegenstrijdig met de belangen van de werkende klasse. Echter zal het Nationaal Syndicalisme altijd het recht om te staken hoog houden tot de arbeiders zelf bepalen dat ze deze laatste verbinding met de oude tijd willen laten varen.


Prioriteiten voor Syndicalisatie  

Laat er geen misverstand over bestaan dat de arbeiders de volledige macht wordt gegeven na de Syndicalisatie van genationaliseerde industrieën. Eerst zullen alle arbeiders in elke monopolie en vereniging worden bevrijd in vooraf bepaalde volgorde naar belang van het nationaal leven als geheel. Grote conglomeraten zoals Monsanto en Unilever en al hun afdelingen zullen eerst aandacht krijgen evenals de andere grote industrieën. Nadat alle monopolie ondernemingen zijn gesyndicaliseerd zullen andere industrieën volgen afhankelijk van grote en belang. 

zondag 19 juni 2011

18-06-2011 Militante Demonstratie in Den Haag

Op zaterdag 18 juni vond in Den Haag een demonstratie plaats tegen globalisering, georganiseerd door verschillende vrije krachten vanuit het onafhankelijke “Netwerk Nationale Socialisten”. De wat meer militante en agressieve houding ten opzichte van de staats-autoriteiten en politieke tegenstanders deze dag kan zeker als voorbeeld gezien worden van wat de beweging in Nederland nog in petto heeft.

De demonstratie zou officieel om 14:00 van start gaan, maar dit liep enige tijd uit. Dit tot groot ongenoegen van de zwijnen. Voor aanvang van de demonstratie vond een korte confrontatie plaats tussen enkele kameraden en antifascisten. Eerder deze dag had de AFA een tegen protest in Den Haag georganiseerd met een opkomst van een kleine 100 man.


Voor aanvang van de demonstratie van de nationale beweging probeerden enkele antifascisten nog bij het verzamelpunt te protesteren. Hierbij troffen zij enkele nationale activisten die deze provocatie niet dulden. Dit liep uit op een kortstondig conflict waarbij het spandoek van de AFA van eigenaren wisselde. “Onze” activisten wisten het Malieveld nog wel te bereiken, maar werden daar door de agressieve systeemzwijnen ingesloten. Hierbij werd een kameraad gearresteerd.

Hierna arriveerden nog meer kameraden op het Malieveld die zich aansloten bij de demonstratie van de nationale beweging, net te laat voor alle voorgaande actie.  Hierdoor was de situatie voor velen nog onduidelijk en werden de anderen ontvangen door verwarring van agressieve zwijnen en een grimmig sfeertje. Zodra iedereen op de hoogte was gesteld volgde, door slinkse methodes van de stillen, wederom arrestaties van twee kameraden.



Hierdoor werd de sfeer nog grimmiger en heftige discussies tussen kameraden en de zwijnen barstte los. Hierdoor liep het officiële tijdstip om te gaan demonstreren nog zeker een half uur uit. Net voordat de rijen, spandoeken en vlaggen waren opgesteld, arriveerden nog een tiental kameraden uit Duitsland. In onze rijen bevonden zich in totaal rond de 60 man.

Over de gehele linie werd een flink “statement” gemaakt doormiddel van luide leuzen als “Vrij-sociaal-nationaal!”, “Nationale Socialisme nu! “ en “USA! Internationale volkerenmoordcentrale!”. De aanwezige tegen demonstranten, met in het bijzonder AFA Friesland, kregen totaal geen geluid boven de demonstratie uit. De gehele route bleef er geluid bestaan, wat bij de zwijnen en tegen demonstranten een naar gevoel deed opleven. Zelfs tijdens de wat “vrolijker”, door allen geroepen leus; “If you hate the fucking Yankees clap your hands” kregen zei geen hoogte van de gespannen sfeer.



Tijdens de gehele route bleven de zwijnen alles tot in de kleinste details controleren, en bleven alle zijstraten goed afgeschermd zodat er geen tweede maal een situatie uit de hand kon lopen. De route werd ingekort door de zwijnen waardoor het protest minder lang duurde dan voorgenomen was.

Weer terug op het Malieveld aangekomen, volgde een korte mededeling van een autonome activist, waarbij netjes een cirkel werd gevormd en de aandacht werd gevraagd voor een minuut stilte ter nagedachtenis van de gevallenen arbeiders uit de toenmalige DDR, die tijdens de volksopstand van 1953 omkwamen door het SED regime. Netjes werd hier gehoor aan gegeven, met alle petten af. Doodse stilte volgde, zelfs aan de kant van de zwijnen, toeschouwers en tegen demonstranten. Daarna werd een dank woord gegeven en begon iedereen zich langzaam klaar te maken voor de terugreis. Helaas vonden de zwijnen het nodig om na het ontbinden van de demonstratie nog twee kameraden te arresteren op vage verdenkingen.


Gelijk na vertrek naar het CS werden onderlinge afspraken gemaakt om te verzamelen bij het hoofdpolitiebureau te Den Haag, om daar op de vijf gearresteerde kameraden te wachten. Na enkele uren daar gewacht te hebben en na minimale informatie gekregen te hebben van de zwijnen, moesten we tot de conclusie komen dat het beter was om thuis en in de buurt af te wachten. Gelukkig werd de eerste kameraad al rond 21:00 vrijgelaten hierna volgde de een na de ander.

Terugkijkend op deze dag, blijkt dat de nationale beweging heeft laten zien dat zij wel degelijk het systeem en tegen demonstranten een benauwd gevoel kan geven. Ook moet de kracht tegenover tegenstanders niet onderschat worden. Uit latere reacties op internet bleek dat de angst er goed in zat. Zo bleek dat enkele politieke tegenstanders zich opgejaagd voelden door een groep kameraden die enkel onderweg naar huis waren. Laten wij hopen dat er meer van deze militante demonstraties zullen volgen georganiseerd door vrije krachten, bestaande uit goede en gedreven activisten, die de vele “nette, correcte en systeem opvolgende“ partij demonstraties met grote stap zullen overtreffen, en waarbij de beweging weer een flinke stap vooruit zet.

Wij danken dan ook de verschillende vrije krachten die de moeite namen deze “partijloze” demonstratie te organiseren en iedere activist die deze dag aanwezig was, met in het bijzonder de buitenlandse ondersteuningen van de verschillende fracties uit Duitsland en Vlaanderen.







Globalisatie en het milieu

Het onuitputtelijke geloof in economische groei als sleutel tot vooruitgang, begint te wankelen als de systemen die het leven op aarde in stand houden steeds gebrekkiger worden en de seinen die duiden op een ecologische ramp steeds verder toenemen. De globalisering die afgestemd is op het stimuleren van de groei door het laten stijgen van de consumptie, vormt een overbelasting van het milieu en verbreedt de kloof tussen arm en rijk.  
Neo-liberalen kiezen voor “pure” marktoplossingen om de consumptie onder de bevolking te laten toenemen. Een voorbeeld hiervan zijn belastingverlagingen en een lage rentevoet, van deze dingen wordt verondersteld dat ze de bestedingen en beleggingen stimuleren door de consument meer geld te verschaffen.  
Tot voor kort is in het hele globalisatie proces het milieu volkomen genegeerd. De meer en meer mondialer wordende economie is compleet afhankelijk van een goed beheer van de planeet aarde, maar alles om ons heen wijst erop dat de ecologische gezondheid van onze aarde in grote problemen verkeert. 
De industriële productiesystemen hebben de afgelopen twee eeuwen enorme hoeveelheden onvervangbare natuurlijke hulpbronnen verbruikt. Niet alleen verwoesten ze in een alarmerend tempo hele ecosystemen en leefomgevingen, maar is het ook duidelijk dat we onze natuurlijke hulpbronnen (het “natuurlijke kapitaal” van de economie) uitputten. Daarbij komt ook nog eens dat we afval produceren in een tempo dat hoger is dan het vermogen van de natuur om zichzelf te vernieuwen en te genezen. Overal om ons heen zijn de bewijzen te vinden van deze verwoesting van onze planeet. Een dringende noodzaak behoeft de desintegratie van de fundamentele systemen voor de instandhouding van het leven, maar die nemen we gewoon voor lief. De watercyclus, de samenstelling van de atmosfeer, de verwerking van afval en het hergebruik van voedingsstoffen, de bestuiving van gewassen, de delicate wisselwerking tussen verschillende soorten: dit alles is in gevaar. 
Dit enorme verval van onze planeet wordt door vele onderzoeken geregistreerd en beaamd. De woestijnen breiden zich uit, hele bossen worden omgehakt, vruchtbare akkers worden geruïneerd door erosie en ontzilting, visgronden worden uitgeput en grondwaterreserves worden leeggepompt. Het kooldioxide niveau in de atmosfeer blijft stijgen als gevolg van het buitensporige gebruik van fossiele brandstoffen. Dit alles om in onze consumptiedrang te voorzien. Sinds 1950 heeft de mondiale economische productie zich bijna vervijfvoudigd, van 3.800.000.000 dollar naar 18.900.000.000 dollar. In deze betrekkelijk korte periode is een groter deel van het natuurlijke kapitaal opgemaakt dan in de hele geschiedenis van de mensheid voor 1950.  
Verscheidene dierenrechten organisaties waarschuwen dat de mondiale uitsterving van dieren- en plantensoorten aan het versnellen is evenals de dramatische afname van de populaties van verscheidene diersoorten. Het verlies van woongebieden, de menselijke cultivering en de invasie van vreemde soorten worden gezien als de grootste bedreigingen voor de natuur. Wetenschappers gaan ervan uit dat het natuurlijke tempo waarop diersoorten uitsterven, ligt op 1 soort per 4 jaar. Het huidige tempo wordt geschat op 1000 tot 10.000 maal het natuurlijke tempo.  
De door de export gestuurde groei en de schulden van de derde wereldlanden, bij instanties als de Wereldbank en het IMF, hebben gezamenlijk het tempo opgeschroefd van de snelle consumptie van de onvervangbare natuurlijke hulpbronnen van de aarde. Het aanpassingsbeleid dat de derdewereldlanden krijgen opgelegd als prijs voor de toegang tot de mondiale handelsgemeenschap, betekent dat zij verplicht zijn hun schulden af te lossen alvorens ze ook maar iets anders mogen doen. Hun enige mogelijkheid is de export van ruwe grondstoffen naar de wereldmarkten op te voeren. Hierin schuilt een groot probleem; omdat alle arme landen hun exporten moeten verhogen ontstaat er een zogenaamde oververzadiging van de markt. Hierdoor zullen de prijzen van de grondstoffen dalen, waardoor de arme landen hun productie en export weer moeten verhogen om toch aan hun schuldverplichtingen te kunnen blijven voldoen. Omdat de landen hun productie en export op moeten schroeven wordt er steeds meer bos en natuur ontgint voor de landbouw en gaan er steeds minder grondstoffen naar hun eigen markt. Dit komt absoluut niet ten goede van het milieu in hun land en is daarmee ook een grote aanslag op onze aarde in zijn geheel.  
Quote ecoloog Robert Ayres: “Alles wijst erop dat de menselijke economische activiteit, ondersteund door een verkeerd beleid van handel en groei, een aardig eind op weg is om onze natuurlijke omgeving meer en sneller te ontwrichten dan welke andere bekende gebeurtenis in de geschiedenis van de planeet dan ook, met uitzondering wellicht van de grote asteroïdeninslag die misschien tot het uitsterven van de dinosauriërs heeft geleid. Het zou wel eens zo kunnen zijn dat we afstevenen op ons eigen uitsterven.” 
En toch blijven de neoliberalen geloven in de mondiale vrijhandel. De (schijn)logica van de globalisering is verleidelijk omdat zij is gebaseerd op een simpel uitgangspunt: bevrijdt de markt van haar restricties, en haar zelforganiserende dynamiek zal werkgelegenheid, welvaart en voorspoed brengen. Het draagvermogen van onze aarde zou oneindig zijn. Door middel van een combinatie van vindingrijkheid en technologie zou het uiteindelijk voor iedereen mogelijk zijn om te kunnen leven als een Amerikaan uit de middenklasse. Maar ondanks het (zelf)vertrouwen van degenen die het “neoliberale evangelie” prediken zijn er duidelijke aanwijzingen dat het gewone volk hun vertrouwen begint te verliezen in de neoliberale wereldvrijhandel. Wereldwijd komen er steeds meer protesten op gang tegen deze gang van zaken. Zelfs in kringen van de macht wordt de globalisering steeds kritischer gevolgd. Sommige voorheen grote voorstanders van de neoliberale politiek waren gedwongen hun meningen te herzien door het herhaaldelijk bewijs dat de neoliberale aanpak niet werkt en juist tot allerlei crisissen leidt en een steeds groter wordende kloof tussen arm en rijk.

zondag 12 juni 2011

Het Cultuur-Marxisme; Over "Tolerantie" en "Discriminatie"

Bij het bestuderen van het Multiracialisme en de wijze waarop het onze maatschappij vanuit een liberale invalshoek gevormd heeft moeten we grondig onderzoek doen naar enkele termen die men gebruikt om het volk meer onderdanig te maken. Twee van die clichés die wij keer op keer terug horen komen zijn “discriminatie” en ”intolerantie”.

Deze termen worden als wapen gebruikt door Liberalen, hun betekenis voor de uitdrukking “discriminatie” is vanzelfsprekend; het impliceert dat iedereen gelijk is, in alles wat die doet. Cultureel, religieus, etnisch, moraal, financieel, atletisch enz. Als zodanig mag niemand een ander beoordelen, niemand mag “beledigd” worden of anders zijn. Helaas heeft deze Liberale droom over gelijkheid geen enkele wortels in de werkelijkheid, omdat het leven, zelfs dat van hen, vol is met discriminatie op een dagelijkse basis.   

Als we bijvoorbeeld naar werk zoeken zullen we hoogstwaarschijnlijk moeten discrimineren op basis van de positie die wij wensen te krijgen. Tijdens het sollicitatie gesprek word je waarschijnlijk zorgvuldig onderzocht, net als alle andere kandidaten. De baas MOET discrimineren (tenzij hij de positie aan eenieder geeft die zich aanmeldt) als hij de juiste persoon voor de baan wil vinden. Als we gaan winkelen, moeten we de ene winkel discrimineren ten opzichte van bepaalde andere winkels (en respectievelijk dus hun eigenaren) ten gunste van anderen. Dat kan vanwege allerhande grote of kleine redenen zijn; misschien vind je de prijzen of de atmosfeer bij de een beter, misschien mag je diegene achter de toonbank wel of juist niet of misschien is het product dat je zoekt bij de ene winkel juist zeer goed.

Binnen persoonlijke relaties discrimineren mensen eveneens de gehele tijd gebaseerd op de mensen waar zij zichzelf mee associëren. Uiteindelijk discrimineert een persoon door een iemand te verkiezen boven anderen en ermee te trouwen en een gezin te stichten. En op de trouwerij, receptie of de barbecue in de achtertuin naderhand wordt er wederom gediscrimineerd. De gastenlijst moet bijgehouden worden op basis van kwantiteit en kwaliteit, waardoor bepaalde mensen niet aanwezig kunnen zijn gebaseerd op allerhande redenen.   

Zaken als homoseksualiteit en andere geassorteerde perversiteit worden gevierd door liberalen, echter is dat zeer ironisch als men zich bedenkt dat ook dit een vorm van discriminatie is op basis van sekse en seksualiteit.

In andere gevallen is discriminatie nodig om mensen te laten overleven. Als u bijvoorbeeld weet dat er een gevaarlijk stadsdeel in de buurt is moet je discrimineren tegen de mensen die daar wonen en hen proberen te mijden – tenzij je uiteraard een masochist bent die graag in elkaar geslagen of overvallen wordt. Omgekeerd bezoekt u misschien graag een opera of een kunstgalerie, bij die beslissing discrimineert u op basis van sociale status.    

Laten we aannemen dat u een Moslim bent. Dat betekend dat u moet discrimineren op basis van religie en geen kerk, synagoge of tempel bezoekt om te bidden. U kunt er zelfs achter komen dat u exclusief tussen uw eigen mensen uit uw eigen land leeft en een deel van de stad in een kleine enclave veranderd waar u discrimineert op basis van religie of ras.  

We zien hoe belangrijk discriminatie is in ons dagelijks leven. Maar hoe zit het op nationale schaal en met betrekking tot de ontvangende cultuur? Is het verkeerd als we discrimineren tegen mensen die in ons land willen komen wonen en hen rechten en privileges ontzeggen? Het antwoord is NEE, het is juist belangrijk om te discrimineren omdat ons gehele overleven afhangt van wie wij binnen laten; hoe compatibel ze zijn, hoe productief ze zijn, hoeveel plaats we voor hen hebben en welke kwantiteiten we kunnen opvangen – niet veel anders als de gastenlijst bij de barbecue in je achtertuin.   

Zoals we kunnen zien geeft discriminatie enkel keuze, echter lijkt “keuze” niet echt een belangrijk punt te vormen binnen de traditioneel links-liberale collectieve mentaliteit.  

Het tweede deel van dit artikel gaat over de notie van “tolerantie”.

Het gehele idee van “tolerantie” wordt door traditioneel links-liberalisme toegepast om onze samenleving om de oren te slaan met onze eigen waarden en principes, namelijk ons gevoel van eerlijkheid en redelijkheid. Echter is de term op zichzelf verkeerd omdat het “te leiden of te verdragen” betekend.

Een voorbeeld van “tolereren” is als uw buurman begint met zijn huis te verbouwen. Mensen zullen dit wellicht tolereren omdat het snel ophoudt en alles vervolgens weer rustig en stil is. Wellicht verbouwt u zelf uw huis, het gebrek aan toegang naar de woonkamer is te “tolereren” en alles zal wel weer goed zijn na verloop van tijd.    

Echter mensen “tolereren” niet, nog zouden moeten “tolereren”, dat er iedere dag een verbouwing gaande is die maand na maand, dag na dag, uur na uur door gaat. Mensen “tolereren” niet nacht na nacht harde muziek of een hond die constant blaft zonder dat er iets aan gedaan wordt. In andere woorden; tolerantie is niet onuitputtelijk. 

Dat is echter wel wat verwacht wordt van de Europese samenlevingen als het gaat om het multiracialisme en de immigratie vanuit de derde wereld. Een onophoudelijke filosofie die onze samenleving doet verdwijnen en onze enige instructies zijn “grijns en verdraag het”. Echter zien we wereldwijd naties die zich beginnen te realiseren dat “tolerantie” voor een concept als multiracialisme een vloek is voor hun manier van leven. We hebben in Nederland de tolerantie naar zijn uiterste grenzen gerekt zien worden. Zelfs in landen als Thailand is de tolerantie van kalme mensen verbroken door het voortduwende duwen van vijandige krachten.

Steeds vaker zien we dat het Cultureel Marxisme, of de politiek-correctheid zoals dat vandaag de dag heet, niet sterk genoeg is om het massale sentiment tegen multiracialisme tegen te houden.

Een ander voorbeeld van “tolerantie” die niet ver af staat van diegene die het idee introduceerde is het feit dat mensen in dictaturen figuren zoals El Generale Presidente “tolereren” ongeacht zijn acties. Maar in zogenaamde democratische samenlevingen zoals de onze, is zowel discriminatie en intolerantie, ongeacht het onderwerp, noodzakelijk, wenselijk, gezond en valide uitingen van de publieke opinie.

Hoe is dit ideologische middel er dan in geslaagd om zich zo sterk in onze collectieve geest te nestelen en waarom heeft het ons zo zwak, mild en meewerkend gehouden? Voornamelijk omdat mensen al sinds jonge leeftijd geïndoctrineerd worden om de valse aanname te geloven dat discriminatie en intolerantie per definitie slecht zijn. Dus als we ergens een mening over willen geven, zullen we instinctief ervoor zorgen dat we niet “intolerant” of “discriminerend” zijn ten opzichte van een ander. Hierbij controleert men een toespraak uiteraard op “politiek correcte” taal in plaats van gewoon te zeggen waar het op staat.     

Uiteraard zijn de enige winnaars van de implementatie van politiek correctheid de Culturele Marxisten. Verlost van de last van “tolerantie” en “non-discriminatie” wordt je argument al snel vernietigd door laster, insinuaties, veronderstellingen en leugens door deze Cultuur Marxisten.  De tijd moet komen dat eenieder van ons kan zeggen wat die bedoelt en bedoelen wat die zegt, ongeacht wie het zou “kunnen” beledigen. Laat de contra-revolutie beginnen!

Ontwikkelingshulp; instrument van de imperialist

Ontwikkeling staat voor de meeste mensen gelijk aan vooruitgang, beschaving, evolutie en roept over het algemeen enkel positieve associaties op. Maar wat is nu eigenlijk ontwikkeling? Is onze maatschappij een goed voorbeeld van hoe ontwikkeling verloopt en behoort te zijn?

Het vooruitgangsdenken heeft de basis gevormd voor onze huidige egoïstische consumptiegedreven maatschappij. Dit denken draagt absoluut niet bij tot een menselijke vooruitgang maar puur tot een materialistische zelfzuchtige samenleving. Mensen worden gevormd tot uniforme producenten en consumenten in de geglobaliseerde wereldeconomie. Dociele “slaven” die zolang ze maar kunnen kopen, kopen, kopen niet in opstand komen tegen het huidige neoliberale kapitalistische regime.

Onze huidige Westerse maatschappij draait om drie geboden; Gij zult concurreren, gij zult presteren en bovenal gij zult consumeren. Is dit de vooruitgang die wij prediken? Een egoïstische maatschappij die enkel met haar eigen consumptiedrang bezig is?

Het hele stuk ontwikkelingshulp is gestrookt op dit vooruitgangsdenken; bezittingen en economische groei maken gelukkig. Economische groei heeft een globaal strijdtoneel gemaakt waarop iedere dag meerdere diersoorten en plantensoorten uitsterven of met uitsterven bedreigd worden, miljoenen mensen met de dag armer worden en de rijke elite steeds rijker. Ontwikkeling leidt juist tot een immense aftakeling van het menselijke bestaan en van alle andere levensvormen op deze aarde.

Ontwikkelingssamenwerking is een farce! Westerse landen proberen puur de westerse levensstijl op te dringen aan mensen in landen met totaal andere culturen dan wij hier kennen (nu ja door de massale immigratie zijn we ondertussen met veel van deze culturen welbekend). Ook wordt hierbij grif gebruik gemaakt van het Westerse koloniale verleden om bij mensen het “blanke” schuldgevoel aan te wakkeren. Wij zouden immers verantwoordelijk zijn voor de armoede in de derde wereldlanden en dit zou ons dan ook “verplichten” om steeds maar weer geld te blijven doneren.

Al die geweldige verhalen die ons voorgeschoteld worden door overheidsinstanties en niet gouvernementele organisaties verblinden ons en leiden ons weg van de echte harde waarheid. Ontwikkelingssamenwerking is een flagrante leugen, een illusie! Niets meer dan een mooie zeepbel om ons tevreden te houden en geen vragen te laten stellen waar ons geld naartoe verdwijnt. Het groot kapitaal vindt ons hele goede “slaven” we geven hen op alle mogelijke manieren nog meer vermogen zonder ook maar enige tegenstand. Ontwikkelingshulp is verworden tot niets meer dan een bloeiende zeer winstgevende bedrijfstak gespekt door ons belastinggeld.

Zodra de economie van een land een beetje begint aan te trekken met “behulp” van ontwikkelingsgeld en/of leningen van de Wereldbank of IMF wordt dit direct door dezelfde instanties weer gestagneerd. De landen zijn nu eenmaal verplicht om de rente op hun lening(en) af te lossen bij deze instanties. Ontwikkelingshulp is in principe niets meer dan nog een extra belasting voor ons de Westerse “slaven” die via een korte omweg in de zakken van het groot kapitaal belandt. Ontwikkelingshulp in de huidige vorm kun je zelfs als een soort van terrorisme en genocide zien.



Modern imperialisme

Nadat het kolonialisme in zijn oorspronkelijke vorm verdween, werd het tijd voor een nieuw soort imperialisme, maar ditmaal in een veel adequatere gedaante. Imperialisme door middel van schuldenlast.

De gedekoloniseerde landen moesten hun economie en land opbouwen om naar de gelijkenis van de Westerse wereld te kunnen bestaan en aan de wereldeconomie deel te kunnen nemen.
Daar zij dit niet “zelfstandig” konden bereiken werden zij opgezadeld met een enorme schuldenlast bij instanties als de Wereldbank of het IMF. Doordat de landen vaak niet direct aan hun financiële verplichtingen bij de banken konden voldoen kregen zij uitstel van betaling en/of de mogelijkheid om nog een nieuwe lening aan te gaan. Wat de nieuw geïnstalleerde vaak corrupte of dictatoriale gezaghebbers maar wat graag aannamen of aangesmeerd kregen.

De miljarden aan ontwikkelingshulp komen vaak terecht bij ontstellend bureaucratisch ingestelde overheden en al even bureaucratische particuliere organisaties. In 2004 schatte professor Jeffrey Winters dat er circa 100 miljard dollar aan ontwikkelingstegoeden van de Wereldbank terecht was gekomen bij plaatselijke corrupte zakkenvullers. De Afrikaanse Unie schatte zelf in 2002 dat corruptie het Afrikaanse continent jaarlijks zo’n 150 miljard Dollar kost. Waarom openen de internationale geldverstrekkers hun ogen niet? Hulpgeld dat met bakken vol gegeven wordt wakkert alleen maar corruptie aan. Er is nooit een enkele poging ondernomen om de (leiders van) derdewereldlanden af te helpen van hun verslavende drug genaamd ontwikkelingshulp.

De huidige schuldenlast van deze landen vermeerdert met de rentes is ondertussen zo hoog dat vele van deze landen nooit meer uit de schulden zullen komen. Zij zijn tot in de oneindigheid afhankelijk van de geldverstrekkers en daarmee hebben de geldverstrekkers de macht in deze landen. Zij hebben de macht om door middel van economische sancties of het dichtdraaien van de geldkraan zo’n land in te laten storten en/of in een hongersnood te wikkelen.

Het is gewoon exploitatie van een groeiend aantal “zwakke” landen en van de Westerse “slaven” door het groot kapitaal. Imperialisme is te definiëren als het parasitaire of rottende kapitalisme. Imperialisme met aan het hoofd hiervan het groot kapitaal is uitgegroeid tot het overheersende systeem. Kapitalistische monopolies beheren de nummer 1 positie in de wereldeconomie en in de huidige politieke systemen.

Wereldbank en IMF

Een van de hoofdrolspelers in deze stille oorlog die imperialisme heet is de Wereldbank
Het woord zegt het al Wereldbank, het is dus een bank niet anders dan een Goldmann Sachs of een ING. De medewerkers van de Wereldbank worden net zo goed gepusht om bij zoveel mogelijk landen zo veel mogelijk leningen door de strot te duwen. Het draait alleen om kwantiteit, zo veel mogelijk geld uitlenen, in plaats van om kwaliteit, geld uitlenen voor duurzame projecten. Vele van de huidige ontwikkelingsprojecten zijn een faliekante mislukking, onder andere door toedoen van de Wereldbank zelf.

Ook is de Wereldbank betrokken bij een aantal zeer dubieuze projecten. Zoals vele stuwdammen en het opzetten van transmigratie projecten die meer weg hebben van gedwongen deportaties. Lokale bevolking moet noodgedwongen verhuizen, natuurgebied komt in het geding, tropische oerwouden worden gekapt enz.
Om een van deze genoemde voorbeelden even kort uiteen te zetten:
Zuid-Amerikaanse landen worden aangezet om aan een bepaald export quota te voldoen van bijvoorbeeld soja of maïs. Om aan deze quota te voldoen worden immense stukken regenwoud gekapt om in landbouwgrond te voorzien. Door dat meerdere landen deze quota’s aangemeten krijgen raakt de markt overspoeld met het product waardoor de prijs gedrukt wordt. Grote bedrijven kunnen ineens nog goedkoper grondstoffen in bulk aankopen. Wij hier de burgers zullen er weinig van merken de prijzen blijven voor ons vaak gelijk. Tenzij er een oogst mislukt dan voelen wij het weer wel in onze portemonnee. Landen kunnen hun rekeningen en renteaflossingen bij de Wereldbank en of het IMF niet meer betalen dus zullen nog meer moeten produceren. Dit blijft een vicieuze cirkel waarbij het volk, eeuwenoude natuur en oerwouden de dupe zijn.

Bijna het hele beleid van de Wereldbank is een one size fits all policy voor alle lenende landen. Hierbij is het eeuwige devies liberaliseer! Liberaliseer! Liberaliseer! Deze maatregelen houden onder andere in; bezuinigingen op sociale uitgaven, waardoor landen gedwongen worden om bijvoorbeeld de gezondheidszorg significant duurder te maken. De privatisering van staatsondernemingen en elementaire voorzieningen zoals elektriciteit, water, gezondheidszorg en onderwijs. Privatisering van de sociale zekerheid, grootschalige ontslagen en het terugdraaien van de rechten van werknemers. Het openstellen van hun markt voor goedkope importgoederen, waardoor inheemse bedrijfstakken weggevaagd worden. Evenals hogere rentetarieven en minder kredietverstrekkingen die juist essentieel zijn voor het overleven van kleine ondernemers en boeren.

De voorwaarden waar de lenende landen aan moeten voldoen om toegang tot leningen te krijgen zijn een vorm van ongeoorloofde politieke activiteiten en een ondermijning van het eigen devies van de Wereldbank en IMF. De Wereldbank samen met het IMF hebben zich in het verleden consequent bemoeid met de binnenlandse politieke aangelegenheden van lenende landen. Terwijl de Wereldbank stelt dat deze vereisten verouderd zijn en momenteel niet meer zo streng zijn is onzin. De meeste landen hebben zich in de loop der tijd al dusdanig aangepast aan de wensen van de Wereldbank en het IMF dat veel van de vereiste aanpassingen al doorgevoerd zijn.

Conditionaliteit is geen verleden tijd voor de lenende landen. Het gebruik van voorwaarden voor leningen inzake economische politiek (zoals de privatisering en liberalisering) in ontwikkelingslanden blijft de standaard manier van zakendoen voor de Wereldbank en het IMF. Ontwikkelingslanden hebben weinig keuze, oftewel ze voeren slecht beleid in of ze raken economisch geïsoleerd. Het IMF beslist namelijk of landen geld kunnen lenen van de Wereldbank, regionale ontwikkelingsbanken en particuliere banken. De Wereldbank en het IMF zijn immers elkaars achterban.

Begrippen als cultuur, democratie en de rol van de staat krijgen dankzij de Wereldbank een nieuwe neoliberale invulling en dat betekent dus dat we zeker niet kunnen spreken over de opbouw van een verzorgingsstaat. De belangrijkste rol binnen de economie van zo’n land wordt overgenomen van de staat door de Wereldbank en/of het IMF. Wat de Wereldbank wil is nieuwe landen die ten dienste staan van de globale vrije marktwerking en de globale economische groei. Maar zoals ondertussen maar al te vaak is gebleken is de vrije markt alleen maar voordelig voor diegenen die al een machtige economische positie innemen.

De Wereldbank bestaat puur en alleen om buitenlandse privé investeringen te beschermen en de belangen van Amerika en Israel. Allerlei multinationals hebben immers hun productie naar derde wereldlanden verhuisd om de kosten te drukken. Dit is mogelijk gemaakt door de Wereldbank die ervoor zorgt dat de markten en goedkope arbeiders van deze landen opengesteld worden voor buitenlandse investeerders. De Wereldbank is nooit bedoeld geweest om de armste mensen te helpen, maar om de rijke mensen makkelijker de arme mensen te laten uitbuiten. Ondanks dat ze hun werk onder zo’n nobel vaandel doen, is hun altruïstische motief gewoon een pure leugen! Hoe kan het anders dat sinds 1982 er 60% meer landen met schulden zijn en er wereldwijd meer armoede heerst.

De schulddragende landen betalen per maand 12 miljard dollar aan rente en afbetalingen van hun schulden. De Filippijnen bijvoorbeeld betalen 44% van hun BNP per jaar aan rente aflossingen. Dan is het toch niet zo verwonderlijk meer dat er steeds minder in sociale voorzieningen wordt geïnvesteerd in dit soort landen en we dus steeds meer arme mensen op tv te zien krijgen. Zodat wij als slaven van de hebzucht van het groot kapitaal geïndoctrineerd worden om meer en meer geld te geven of zodat onze byzantijnse regering meer geld geeft verkregen uit ons belastinggeld. Hoe dan ook wij worden zelf als “vrije” Westerse burgers de dupe hiervan evenals de arme derde wereldbevolking.



Als de Wereldbank of het IMF een land op het oog heeft waar Buitenlandse investeerders graag gebruik van zouden willen maken (vanwege bijvoorbeeld olie of grondstoffen) gaan ze proberen de regeringsleiders van zo’n land over te halen om de meest stompzinnige onnozele projecten te willen ondernemen. Hier is dan natuurlijk wel eerst geld van de Wereldbank voor nodig en het project moet gedaan worden door buitenlandse ondernemingen want die hebben zogenaamd de benodigde expertise. Als uiteindelijk puntje bij paaltje komt blijkt het project onzinnig, niet rendabel en vaak ook nog juist gevaarlijk voor de bevolking en moet dikwijls al binnen de kortste keren opgedoekt worden. De buitenlandse investeerders hebben er van geprofiteerd en het land blijft met een enorme schuld achter die ze niet op kunnen hoesten. De Wereldbank of het IMF zegt voorwaarden zijn voorwaarden of we kunnen je wel een nieuwe lening aanbieden. Zo geraken deze landen steeds verder onder controle van de Wereldbank.

Besluit een land nu dat ze geen lening van de Wereldbank willen en zich niet bij de liberale wereld handelseconomie willen aansluiten, zijn zij per definitie corrupt en worden zij in diverse media gecriminaliseerd. Neem bijvoorbeeld de landen volgens de Axis of evil. Allen landen zonder schuldenlast en in principe geen directe dreiging voor Amerika.

Als we gaan bekijken wie de leidinggevenden van de Wereldbank en het IMF zijn wordt langzamerhand steeds meer duidelijk. Amerika als grootste investeerder van de Wereldbank levert automatisch de president van de bank, deze geniet absolute immuniteit.
De president van het IMF is dientengevolge altijd een Europeaan. Het mag immers niet op belangenverstrengeling lijken. Er zijn geen duidelijke criteria op welke basis deze presidenten verkozen worden. De benoemingen zijn een obscuur politiek proces dat volkomen wordt beheerst door de V.S. en de E.U. onder een deken van geheimzinnigheid. Belangrijke beslissingen binnen deze economische instellingen vergen een meerderheid van 85% van de stemmen. Daar Amerika 17% procent van de stemmen in handen heeft, blijven zij de belangrijkste figuren. Zij hebben immers de macht om hun veto uit te spreken.

Opvallend is dat over het algemeen de Presidenten van de Wereldbank en ook het IMF allen Joods zijn. Ze hebben allen een verleden in de politiek als bijvoorbeeld (onder)minister of adviseur en/of hebben gewerkt bij een van de grote banken zoals Goldmann Sachs. De vorige president van de Wereldbank Paul Wolfowitz was zelfs een van de bedenkers van de aanval op Irak. En dit soort mensen moeten dan de zogenaamd altruïstische Wereldbank leiden? Oorlogszuchtige politici die hun agenda afstemmen op de Amerikaanse imperialistische politiek.

Nederland

Op vele gebieden is het duidelijk zichtbaar dat Nederland tot de braafste jongetjes van de klas wil behoren. Zo ook op het gebied van ontwikkelingssamenwerking.
Nederland geeft per jaar 0,8% of meer van het Bruto Nationaal Product aan ontwikkelingshulp. Dit komt neer op bijna 5 miljard euro per jaar!
Van alle landen die lid zijn van de Organisatie voor economische samenwerking en ontwikkeling haalt Nederland als enige land de door de VN vastgestelde norm van 0,8% van het BNP, Nederland geeft vaak zelfs meer dan dat. Overigens is volgens de EU norm o,7% verplicht. Vele Europese landen halen bij lange na deze norm niet.

Nederlandse ontwikkelingsprojecten hebben een verleden vol met mislukkingen, denk bijvoorbeeld aan het anjerproject in Palestina. Er is binnen Nederland maar weinig openheid omtrent deze mislukkingen. Politici richten zich liever op de “succesverhalen”, maar ja tot in hoeverre deze projecten echt succesvol zijn is discutabel. Neem bijvoorbeeld de vele scholen die met Nederlands geld in Afghanistan zijn gebouwd. Het gros van deze scholen had zijn deuren alweer binnen 1 jaar gesloten en zijn tot op heden niet heropend. Wij hebben dus lege gebouwen gefinancierd waar niemand iets aan heeft en die geen meerwaarde voor de bevolking daar bieden. Door onze ontwikkelingshulp worden inderdaad Afrikaanse meisjes naar school gestuurd, maar zodra zij hun opleiding afgerond hebben, hebben zij geen vooruitzicht op een baan. Het is een enkele reis terug naar hun troosteloze bestaan. Dit soort ontwikkelingshulp is niets meer dan tijdverspillerij en een pleister op de wonde, maar is geen basis voor een langdurige stabiele verbetering en groei in de arme landen.

Succesverhalen worden afgeleid van de kwantiteit in plaats van de kwaliteit. Waarom is er niet meer openheid van zaken rondom deze verkwistende gang van zaken. Waarom willen wij de Nederlandse bevolking hier niet meer over weten, weten waar ons belastinggeld aan verkwanseld wordt? Via de linkse kerk die de media is krijgen we steeds arme negertjes voorgeschoteld er wordt zelfs in linkse programma’s beweerd dat als we geen geld geven er iets mis met onze hersenen is en/of dat we lui zijn. Waarom laten wij ons dit allemaal gebeuren? Overheden die ons belastinggeld in het buitenland rondstrooien alsof het niks is zonder ook maar enig aantoonbaar blijvend resultaat. Terwijl bijvoorbeeld onze ouderen in de verzorgingstehuizen niet eens meer adequate zorg krijgen omdat verpleegkundigen en verzorgenden hier geen tijd meer voor mogen hebben. Waar ligt onze prioriteit? Arme negertjes die we door exorbitante hoeveelheden geld in een bodemloze put van bureaucratie en corruptie te smijten eigenlijk alleen maar verder de armoede in drijven? Of onze voorouders, onze familie, ons bloed en onze toekomst?

Nederlandse politieke partijen hebben daarentegen toch ontwikkelingssamenwerking hoog in het vaandel staan. Linkse politieke figuren praten vol trots over de omvang van de ontwikkelingshulp die zij in hun programma hebben staan. Alhoewel de laatste tijd er ook langzaamaan steeds meer kritiek begint te komen op ontwikkelingshulp zoals deze vandaag de dag plaats vindt.

Er is en zal altijd een derde wereld blijven zolang wij maar geld blijven pompen in derde wereldlanden zonder de wortels van het kwaad, het groot kapitaal, effectief aan te pakken.

Mundus vult decipi, decipiatur ergo


Auteur: Lidewij

woensdag 8 juni 2011

De Gelijkheidsmythe

Elk tijdperk heeft zo haar eigen funderende legende, een onderliggende mythe die de tijdsgeest van die periode reflecteert. Diegenen die momenteel in het huidige Westen leven, leven in de schaduw van de Gelijkheidsmythe. Onze politieke en sociale instellingen werken vanuit de veronderstelling dat mensen fundamenteel gelijk zijn en dat alle ongelijkheden in de realiteit aberrant zijn en daarom dwingend moeten bijgestuurd of hersteld worden. Aanwerven, ontslaan, huren, toegang tot instellingen,… zelfs onze spraakpatronen, allen zijn ze bepaalt door egalitaire principes. We verafgoden de kampioenen van de gelijkheid als heiligen van de rationaliteit en demoniseren de tegenstanders ervan als zijnde achterlijk of als schurken met autoritaire sympathieën. Wat zijn de wortels en de resultaten van die Gelijkheidsmythe? 




Gelijkheid: oorsprong van een mythe

Gelet op de manier waarop de Gelijkheidsmythe wordt verpakt en aan de man gebracht, zijn haar wortels toch enigszins verrassend. Ondanks te worden voorgesteld als het product van het Verlichtingsrationalisme, en de “logische” keuze te zijn van de rationeel denkende mens, is egalitarisme niet geworteld in wetenschappelijk bewijs of rationeel onderzoek, maar wel in de christelijke theologie en metafysica. Inderdaad, empirische realiteit en wetenschappen blijven de voornaamste struikelblokken voor egalitaire denkers, want zij onthullen dat mensen NIET gelijk zijn, maar daarentegen sterk variëren in aanleg, geschiktheid, vaardigheden, enz…

De simpele realiteit is dat sommige mensen meer geschikt zijn dan anderen en dus, praktisch gezien, superieur zijn in vergelijking met hen die minder begiftigd zijn. Met als resultaat dat egalitaristen genoodzaakt zijn hun toevlucht te zoeken tot essentieel metafysische argumenten, namelijk dat alle mensen een gelijke “morele” en “spirituele” waarde en essentie hebben, en bijgevolg een gelijke behandeling verdienen. Deze veronderstelling is uiteraard niet gebaseerd op rationele argumentatie en observatie, maar wel in de christelijke Heilige schriften en wordt afgeleid van de notie dat alle mensen gelijk zijn voor God (zie Galaten 3:26-29, Akten 10:34-35-17:26).

Uiteraard botst dit met de sluier van het rationalisme waarin de egalitaristen zich graag verhullen, en het verklaart waarom egalitaristen zo afkerig staan tegenover het introduceren van empirische bewijzen voor hun stellingen, terwijl etnische nationalisten, racialisten, anti-feministen,… en andere differentialisten hun beweringen kunnen staven met statistische en empirische gegevens.

Sociale gevolgen van de Gelijkheidsmythe

Er zijn uiteraard gevaren inherent aan het niet kritisch aanvaarden van mythen, en de Gelijkheidsmythe is daar geen uitzondering op. De vertakkingen van het egalitarisme zijn manifest en veelvuldig. De Gelijkheidsmythe bestraft de getalenteerden en schept een maatschappij van middelmatigheid. Superieure mensen, de meest capabele en meest getalenteerde mensen worden voortdurend tekort gedaan door pogingen om inferieuren te bevoordelen (bijvoorbeeld via positieve discriminatie). Iemand die uitblinkt wordt verdacht, en wordt zeker niet beloond. Het eindresultaat is een “gelijkheid” in de vorm van uniforme middelmatigheid, een situatie die zowel contraproductief als onnatuurlijk is (evolutie kan pas echt bij differentiatie, hiërarchie en vooruitgang van superieur leven).


De gelijkheidsmythe leidt tot degeneratie van waarden en idealen. Eer, trouw en transcendentie zijn aristocratische eigenschappen, ze behoren tot superieure mensen, en hebben bijgevolg geen plaats in een maatschappij van “gelijken”. Het resultaat is, niet verrassend, sociaal verval. Gebroken gezinnen, gebroken families, misdaad, zedenverwildering, kortzichtigheid, hebberigheid, dat zijn de vruchten van het egalitarisme. Ook kunst is aangetast door de kwaadaardige hand van het egalitarisme, want een egalitaire maatschappij richt al haar energieën naar pacificatie en aanbidding van de Gemiddelde Mens (in wiskundige termen de laagste gemeenschappelijke deler). Het resultaat is betekenisloze “kunst” die tendeert tot shockeren of vulgariteit.

De waarheid is uiteraard dat zoiets als “gelijkheid” niet bestaat. Mensen zijn verschillend, niet gelijk. Bijgevolg verdienen mensen geen gelijke behandeling maar wel volgens hun mogelijkheden, vaardigheden en hun waarde voor de gemeenschap. De gevaarlijke, irrationele Gelijkheidsmythe moet verworpen worden, want het is uiteindelijk niks meer dan een sociale kanker die het weefsel in een beschaafde maatschappij wegvreet.



dinsdag 7 juni 2011

Actie verslag 04-06-2011: “Tag der Deutsche Zukunft” Braunschweig/Peine

Zoals bovenstaand al gemeld, reisde enkele activisten deze dag af naar de BRD om mee te demonstreren onder het thema “Dag van de Duitse toekomst – Ons signaal tegen vervreemding”. Dit ten eerste omdat het thema op meerdere manieren opgevat kan worden en dus aantrekkelijk was voor genoemde activisten om, welk motief dan ook, te komen. En ten tweede om onze verdere solidariteit te tonen en de kameraadschap uit te breiden. Ondertekende reisde met “onze” kleine groep, vanaf Dortmund, mee met de AN Dortmund (Autonomen Nationalisten). Aangekomen op het verzamelpunt treffen we de circa. 30 kameraden waarbij snel de reis naar de grenzen van oost-Duitsland begon. In de totale heenreis van circa. 4 uur, bleef alles rustig op een verjaag actie van de AFA na. Deze stonden met 15 man te wachten op een tussenstation, waarbij voor beide de verrassing van elkaar groot was. Maar gelijk na het inzien, besloten zei het hazenpad te kiezen door zonder na te denken over de spoorweg te rennen, recht de bossen en industrieterrein in. Na dit kleine “opstootje” vervolgde de reis verder langs steden als Hannover, waarbij vele haltes de trein met meer reizende kameraden werd gevuld, zo richting ons eindstation Braunschweig.

Rond 12en aangekomen, begonnen alle welbekende kenmerken van het (huidige) NW (Nationaler Widerstand) weer. Een treinstation vol “Bullen” (Politie/Me etc.), die de beweeg ruimte, zoals altijd, weer streng in perken hield (denk hierbij aan de gebruikelijk agressieve uitstraling, opname apparatuur, expres langzaam handelen qua vooruitgang etc.). Om dit alles nog beter te maken, speelde de absurde hitte ook een nadelig factor. Voor de politie als grootte irritatie en voor de kameraden een vermoeidheid, waarbij we nog terug komen. Na door de tent gekomen te zijn, waarbij weer de warrige regels gelde, kwamen we een afgezette parkeerplaats naast het station, met maar een minimaal aantal nieuwsgierige burgers. Omdat het hier ging om een kleine manifestatie, vanuit het NPD geregeld, met een muziekband en enkele speeches bleef de opkomst beperkt tot rond de 150-200 man waarvan de meeste kwamen uit de AN scene en de “Freie kameradschaften”.



Om te beginnen stond er op het plein een “vrachtauto” met daarin een open zij-ruimte voor de band. Gelijk werd daarom heen een grootte cirkel gevormd, waarbij de ruggen goed gericht stonden naar de media toe. Ondertussen kon men bij enkele wagens nog water en merchandise aanschaffen. Na dit alles volgde al snel het voorwoord waarin alle regels en verboden tekens en parolen werden gemeld. Hierna volgde de toespraken van de twee bekende Duitse kameraden. Eerst Dieter Rieflin, waarbij daarna Axel Reitz volgde. Alle legde ze de reden van dit thema uit. Ook kwam er nog een begroeting van een andere kleine groep activisten uit de Nederland vandaan. Daarna volgde de (voor ondertekende een onbekende) RAC/NSHC band Selection waarover de mening heel verdeeld kan zijn over het “geluid” ervan (muziek en politiek moeten twee totale aparte dingen zijn, en dus in ondertekende ogen totaal onbelangrijk voor deze dag, waarbij daarover alles nu gezegd is). Tot, voor vele deelnemers, vervelends toe duurde het wachten op de werkelijke demonstratie die zou plaats vinden in Peine veels te lang. Uren gingen voorbij in de brandende zon waarbij elke vorm van verplaatsing onmogelijk was gemaakt. Uiteindelijk kwam dan de verzameling en rijen vorming ten pas waarbij even de nodige tijd was voor de deelnemers om nieuwe kracht te vinden. Dit uiteraard strategisch gedaan door de Politie. Onder zwaar toezicht werden we via het station weer de trein in begeleid waar de reis naar Peine toe volgde. Ook maar een moment is noemenswaardig in de reis van 20 minuten. Omdat de actiegroepen van het NW door de strenge Politie in de trein werd gehouden op een tussenstation, was dit een kans voor een jonge, op komst komende “Rotfrontkämpfer”, knul van de Antifa om eens, onder begeleiding van zijn ouders, even flink ze middelvinger op te stekken. Iets waar hij misschien later spijt van had...

Toen kwamen we aan op het station Peine waar dan eindelijk de demonstratie zou plaatsvinden. Ondertussen was het al rond 4en, maar de overige kameraden hadden zich daar ook al “verzameld” waarbij het totale aantal deelnemers tot 700 manskracht zou bedragen. Het beloofde wel gelijk na het uitstappen op wat interessants, omdat er op bruggen en zijstraten vele omstanders en tegendemonstranten stonden verzameld, waarvan een grootte “Gewerkschaften” (vakbonden) groep pal voor “onze” neus, wachtend op onze komst. Maar zoals eerder gemeld dit alles onder zware toezicht van de Politie, waardoor geen enkele confrontatie plaats kon vinden. Weer in de brandende zon gezet moest het NW weer een uur wachten voor het station. Wederom vraagde dit veel kracht en pit. Uiteindelijk werden weer de rijen, spandoeken en vlagen gevormd en begon zo de demonstratie door de straten van Peine. De bekende parolen klonken heen en weer en het was duidelijk dat het NW er was. Helaas na een half uur kwam de “rust”en de volgende speeches weer. Wat ook gelijk al de helft van de route was. Dit alles gebeurde op een klein midden in de stad, omringd door kroegen en uitgaanscentra, en enkele toeschouwers. Gemeld moet worden dat de “Bullen” goed gezind waren en de kameraden wel de horeca in lieten gaan voor de nodige verfrissende drankjes. En waarbij de discipline werd gehouden van de kameraden, door geen enkel alcoholisch drankje te nemen.



Ook hier stond weer de bekende “vrachtauto” met een, jaja, nieuwe muziek band genaamd Fylgien. Wederom geen commentaar erover. Kort spraken de twee eerder genoemde kameraden weer, met als laatste de “radicale” Sven Skoda. Tevens probeerde een groep tegendemonstranten via een, “slecht” gecontroleerde straat de confrontatie op te zoeken, waarbij de kameraden snel reageerde en hun wisten te verjagen. Uiteraard drong de Politie des betreffende alle weer agressief terug het plein op. Na weer circa. een uur gewacht te hebben, volgde het tweede gedeelte van de demonstratie. Deze keer ook een schatting van een half uur. Door het vele stilzitten en de warme zon, zat erop de terug weg naar het station helemaal geen pit en energie meer in voor de activisten. Een “piece of cake” voor de Politie zo op deze manier.

En zo aangekomen op het station werden de wegen en richtingen van vele kameraden gescheiden door de treinen, en zo reisde ondertekende groep weer richting Dortmund (Nordrhein-Westfalen). De terugreis was met een gezellige sfeer te omschrijven, mede omdat de Politie aanwezigheid na enkele stations al afwezig was. Ook kwamen we de heldhaftige jonge Antifa van eerder tegen in zijn eentje in een van de trein wagons. Alleen medelijden kon ontstaan voor dit doodsbange en laffe figuur. Tevens was er nog een “Sport Frei” moment met de Antifa aanwezig op een overstap station, waarbij we niet verder ingaan i.v.m. dat de Staat mee kijkt op het internet, en dit los staat van het activisme die dag. Eenmaal met een zware reis waren “wij” rond 1en in de ochtend van zondag pas terug in Dortmund, waarbij de reis naar huis begon.


Ook is er uiteraard genoeg kritiek op deze dag te drukken, aangezien het positievere gedeelte al bovenaan staat. Veel gaat wederom om de zelfde terugkerende ergernissen binnen het activisme in het NW. Grotendeels is besteed aan de schaap-houding van de demonstranten. Aangekomen op het station word netjes naast de Politie gelopen, waarbij geen enkel verzet zichtbaar is tegen de staat, die als de ware vijand word gezien. Alsof het een leuke dagje uit moet voorstellen, waarbij alles goed moet verlopen. Uiteraard is dit in vele interne kringen al ter discussie gesteld in de beweging. Ook de toespraken werken vaak tot vervelends toe. Dit mede om de zware vrijheid van meningsuiting binnenin de BRD, en de kans op vervolging voor “Volksverhetzung”. Maar dit gaat dan wel ook vaak gecombineerd met kritiek punt één. Grootse woorden en “peptalk” als de val van het BRD systeem, de groeiende Nationalistische jeugd, de revolutie en de overwinning zijn orde van de dag. Maar de activisten moeten uiteraard zelf ook weten dat jaar voor jaar het deelnamen inkrimpt (Zie bijvoorbeeld de jaarlijkse Antikriegstag met in 2008 1200 deelnemers tot vergelijking met de 800 in 2010). Dit omdat het systeem, de BRD, nog steeds de hand heeft. Omdat de jeugd of niet groeit, of nog zwijgt en omdat er totaal nog geen echt “nationaal verzet” te bespeuren is dat een revolutie kan worden (alsof het Midden-Oosten op dit “kleine niveau” zit?) of zelf een overwinning! Uiteraard zal het wel gaan om de nodige aanmoedigen en de vasthouding van de hoop voor de kameraden.

Met dit alles bovenstaande is alles voor deze dag gezegd. Ondanks de nodige kritiek moet dit geen argument zijn om niet of minder vaak te komen in zowel binnenlandse als buitenlandse demonstraties. Zoals mooi gezegd die dag “Wahrheit macht Frei!” en eens zal de dag voor de vrije baan der bekwame komen.

Een demonstrant